De eerste stap bij het ontwerpen van een magazijn is het definiëren van de indeling van de installatie. Het indelen van de ruimte is ogenschijnlijk een eenvoudige opgave, maar in de praktijk blijkt dit niet zo gemakkelijk te zijn.
Over het algemeen treft de ontwerper van een magazijn een ruimte aan met een reeks beperkingen als gevolg van bepaalde factoren. Daarom moet de indeling nauwkeurig worden bestudeerd. Wanneer er beslissingen moeten worden genomen met betrekking tot de inrichting, zowel binnen als buiten het magazijn, dan komen er drie verschillende situaties voor waardoor er een andere toekenning van de ruimtes nodig kan zijn: de installatie van nieuwe magazijnen, en de uitbreiding of de reorganisatie van bestaande magazijnen. In het laatste geval zullen er geen beslissingen hoeven te worden genomen die van invloed zijn op de middellange en lange-termijnontwikkeling van het bedrijf.
Wat de situatie ook is, de algemene indeling van een installatie dient te voldoen aan de eisen van een goed werkend opslagsysteem, en komt tegemoet aan de volgende behoeften:
- Optimaal gebruik van de beschikbare ruimte
- Beperken van het aantal verrichtingen dat nodig is voor de goederenafhandeling
- Goede toegang tot de opgeslagen goederen
- Optimale omloopsnelheid
- Maximale flexibiliteit bij het inslaan van de goederen
- Eenvoudig voorraadbeheer
Om deze doelstellingen te bereiken moet er eerst een indeling, in het Engels «lay-out» genoemd, worden gemaakt, waarin het ontwerp van het magazijn wordt weergegeven door middel van een technische tekening.
Bij de indeling moeten de basisregels voor een goede opslag worden gerespecteerd: voorkomen van opstoppingen in het magazijn, vergemakkelijken van de onderhoudswerkzaamheden, bepalen van de middelen die nodig zijn om de afhandelingstijd te verminderen en het verhogen van de productiviteit.
Bij het ontwerpen van het magazijn moeten de volgende zones perfect worden gedefinieerd:
A. Laad- en loszones
B. Ontvangstzone
C. Opslagzone
D. Zone voor het klaarzetten van bestellingen
E. Verzendzone
Voorbeeld van een indeling waarbij met al deze gebieden rekening is gehouden:
Laad- en loszones (A)
De laad- en loszones bevinden zich gewoonlijk buiten het magazijn en kunnen hiermee gecombineerd worden. Deze zones zijn direct toegankelijk voor de vrachtwagens die de goederen transporteren en distribueren.
In een goed georganiseerd magazijn is het raadzaam deze activiteiten te scheiden van de rest van de installatie waarbij er voldoende ruimte moet zijn voor het laden en lossen. Deze zone kan in het magazijn geïntegreerd zijn of op zichzelf staan.
Laad- en losperron aan de gevel van een magazijn
Inpandig laad- en losperron in een vriesruimte
In het magazijn geïntegreerde laad- en loszones
Wanneer de laad- en loszones direct aan de gevel van het magazijn zijn gebouwd en er bij de in- en uitslag van de goederen geen omweg nodig is, wordt er gezegd dat ze in de installatie geïntegreerd zijn. Het voornaamste voordeel hiervan is een snellere goederenafhandeling, zodat aan deze oplossing de voorkeur wordt gegeven boven de niet geïntegreerde systemen, mits hier voldoende ruimte voor is.
De vrachtwagens worden via laad- en losperrons met het magazijn verbonden:
- Zelfstandige inpandige laad- en losperrons: Zijn geschikt in situaties waarbij de aard van de goederen, de interne temperatuurbeheersing of de veiligheid van het opgeslagen materiaal dit vereisen. Een typisch voorbeeld van het gebruik van een inpandig laad- en losperron is in vriesruimtes waar het verlies van kou voorkomen moet worden, wat bij een geïntegreerd laad- en losperron met dockshelter gemakkelijk kan gebeuren. Er zijn veel andere omstandigheden waarbij dit ontwerp de voorkeur verdient, in het bijzonder daar waar de veiligheid van het magazijn in gevaar kan komen.
- Laad- en losperrons aan de gevel: Dankzij deze laad- en losperrons kunnen vrachtwagens direct aandocken aan de gevel van het magazijn. Om temperatuurschommelingen binnen de installatie te voorkomen, moeten de dockshelters op zijn minst zijn voorzien van een hermetische afsluiting. Deze afsluiting kan bestaan uit een metalen overheaddeur of panelen.
Laad- en losperrons met directe toegang tot het magazijn
Toegangen met overheaddeuren, die vast, opvouwbaar of oprolbaar zijn (zoals te zien is op onderstaande afbeeldingen) kunnen met de hand of automatisch bediend worden. De overheaddeur wordt geopend wanneer een vrachtwagen aandockt en weer gesloten wanneer men klaar is met de handelingen. Met een automatisch afsluitsysteem kan de binnentemperatuur effectiever gehandhaafd worden. De dockshelters met metalen overheaddeuren of panelen beschikken over een laadsluis die de vrachtwagen zodanig omsluit dat, wanneer deze aandockt, de binnentemperatuur minder wordt beïnvloed door de buitentemperatuur.
Voorzetsluis met dockshelter
Sectionaaldeur
Roldeur
Bij het ontwerpen van dit soort laadzones is het raadzaam er rekening mee te houden dat de vloer van het magazijn hoger ligt dan het niveau van de vrachtwagens. Er kunnen ook laad- en loszones worden ontworpen waarbij de vrachtwagens een laadkuil binnenrijden. Feit blijft dat afhandelingen sneller worden uitgevoerd wanneer het magazijn hoger ligt.
Dit hoogteverschil kan op verschillende manieren worden verkregen zodat het niet noodzakelijk is de vloer van het gebouw op te hogen. De vrachtwagenzone kan bijvoorbeeld dusdanig worden aangelegd dat er een geleidelijk hoogteverschil ontstaat waardoor steile hellingen, die de manoeuvres bemoeilijken en vertragen, worden voorkomen.
Aanzicht van een laadkuil
Bij het vaststellen van het hoogteverschil kunnen zich twee situaties voordoen, afhankelijk van de vraag of de vrachtwagens die de laad- en loszones gebruiken, van het bedrijf zelf zijn of van derden.
- Wanneer uitsluitend eigen vrachtwagens, met dezelfde laadvloerhoogte, de laad- en loszones gebruiken, dan kan het hoogteverschil heel precies worden vastgesteld.
- Wanneer daarentegen vrachtwagens van derden (van verschillende origine en met verschillende laadvloerhoogtes) deze zones gebruiken, dan is het noodzakelijk een systeem te installeren dat dit niveauverschil kan overbruggen.
Pompwagen
Over het algemeen is het nodig om over een overbruggingssysteem te beschikken, ook al gebruikt een bedrijf zijn eigen vrachtwagens, waarbij er in theorie geen hoogteverschillen zijn tussen de wagens en het laad- en losperron. In de praktijk blijkt echter dat er altijd hoogteverschillen bestaan.
Een van de redenen hiervoor is dat de vering van de vrachtwagens na verloop van tijd slijt of omdat door verschillende ladingen de hoogte van de laadvloer varieert. Ook kunnen hoogteverschillen voorkomen omdat, vanwege de ontwikkelingen binnen het bedrijf, andere vervoersmiddelen met een andere laadvloerhoogte gekocht of gehuurd moeten worden. Kortom, hoogteverschillen tussen de laadvloeren en de laad- en losperrons zijn zo goed als onvermijdelijk.
Om deze hoogteverschillen op te vangen, kan men mechanische of hydraulische middelen gebruiken. De eerste categorie, mechanische middelen, bestaat uit metalen docklevelers die handmatig tussen het laadperron en de vrachtwagen worden geplaatst. Het doel van deze elementen is dat heftrucks, pompwagens of andere mechanische middelen die worden gebruikt voor het laden en lossen van vrachtwagens, het voertuig in en uit kunnen rijden.
De hydraulische elementen bestaan uit een metalen dockleveler uitgerust met een of twee hydraulische cilinders. Hiermee wordt de dockleveler beheerst en de vrachtwagen opgetild of neergelaten, waardoor deze toegankelijk wordt. De afbeelding toont deze tweede categorie, waarbij de dockleveler in het laad- en losperron geïntegreerd is.
Verplaatsbare dockleveler
Geïntegreerde dockleveler
Onafhankelijke laad- en loszones
Dit soort zones bevinden zich buiten het magazijn, maar wel in de buurt en op hetzelfde terrein. Ze worden zo genoemd omdat ze geheel onafhankelijk van het magazijn functioneren. Gewoonlijk bestaan ze uit een groot terrein waar de vrachtwagens directe toegang tot hebben. De vrachtwagens worden zo gepositioneerd dat ze gelost of geladen kunnen worden door middel van heftrucks.
Deze manier wordt voornamelijk gebruikt in magazijnen waar slechts een van deze functies wordt uitgevoerd: er worden alleen goederen geladen of gelost. Daar de vrachtwagens niet aan de laadperrons hoeven aan te docken, bespaart men tijd en verloopt de goederenafhandeling sneller. Op deze manier is het laad- en losproces geheel onafhankelijk van de werkcyclus van het magazijn zelf.
In dit soort laad- en loszones kan de goederenafhandeling aan de zijkant of aan de achterkant van de vrachtwagens plaats vinden. Zoals op onderstaande afbeelding te zien is, worden er heftrucks gebruikt wanneer dit aan de zijkant plaatsvindt:
Heftruck die de goederen aan de zijkant van de vrachtwagen afhandelt
Wanneer de goederenafhandeling daarentegen aan de achterkant van de vrachtwagen plaatsvindt, dan kan dit op twee verschillende manieren gebeuren.
- Bij de eerste manier kunnen de heftrucks de vrachtwagen via een dockleveler binnengaan (zoals de gele dockleveler op de foto). Deze zijn meestal van metaal en worden handmatig of mechanisch aan de vrachtwagen gekoppeld. Hoewel er veel verschillende types docklevelers op de markt te verkrijgen zijn, worden er vooral twee daarvan gebruikt: de modulaire docklevelers en de docklevelers die in het laad- en losperron geïntegreerd zijn.
Toegang door middel van een dockleveler
Modulaire docklevelers zijn metalen structuren, voorzien van een antislip rijvlak, die vast (voor vrachtwagens met dezelfde hoogte) of in de hoogte verstelbaar kunnen zijn.
- Docklevelers verbonden aan de laad- en losperrons zijn daarentegen gemaakt van baksteen of beton en kunnen een vaste of variabele hoogte hebben. In het laatste geval is de constructie vergelijkbaar met de eerder beschreven geïntegreerde laad- en losperrons. Een andere manier om vrachtwagens aan de achterkant te laden en te lossen is door middel van mechanische transportbanen. Hierbij hoeven de heftrucks de vrachtwagen niet binnen te gaan. Er worden rollenbanen in de vrachtwagen geïnstalleerd waarover de goederen zich verplaatsen naar de uitgang doordat ze tegen elkaar aanduwen.
Automatisch laden door middel van een transportband
Het proces begint door een of meerdere laadeenheden aan de ingang van de vrachtwagen te plaatsen die vervolgens door een tweede lading naar voren wordt geschoven de vrachtwagen in. De tweede lading neemt dan de positie van de eerste lading in en wordt vervolgens op haar beurt ook weer naar voren geschoven. Op deze manier volgen de ladingen elkaar op, totdat de vrachtwagen vol is.
Ontvangstzone (B)
De ontvangstzone moet zich zo onafhankelijk mogelijk van de rest van het magazijn bevinden, zodat daar niet alleen de ontvangst van de goederen kan plaatsvinden, maar ook de kwaliteitscontrole en de rangschikking.
Voorbeeld van een ontvangstzone
Nadat er is gecontroleerd of de ontvangen zending voldoet aan de gestelde eisen en kwaliteit, wordt vervolgens de opslaglocatie van de lading in het magazijn bepaald.
Afhankelijk van het type magazijn kan het zijn dat de ontvangen laadeenheden een transformatie moeten ondergaan. In dat geval moet deze zone groot genoeg zijn om deze functie op de juiste manier te kunnen vervullen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de binnengekomen pallets in kleinere eenheden te verdelen, of onderdelen die door middel van straps bij elkaar gebonden zijn, los te maken.
Gezien de impact die een goede controle van de producten en vooral een juiste locatietoewijzing op de toekomstige productiviteit van het magazijn heeft, is het belangrijk om deze zone zo ruim en onafhankelijk mogelijk op te zetten.
Praktisch alle producten in een magazijn zijn tegenwoordig voorzien van een streepjescode die door een scanner kan worden gelezen. Wanneer de laadeenheden door middel van de centrale computer van het magazijn zijn geïdentificeerd, kan deze onmiddellijk etiketten voor de opslaglocatie van de goederen genereren. Dit etiket kan daarna door de magazijnmedewerker of door een automatisch systeem gescand worden, waarna de laadeenheid op de juiste locatie in het magazijn geplaatst kan worden.
Door RFID (radio-frequency identification) wordt de gecodeerde informatie van de pallet ingelezen
Opslagzone (C)
De opslagzone is die zone die uitsluitend bedoeld is voor het bewaren van goederen. Goederen kunnen op verschillende manieren opgeslagen worden:
- Direct op de grond
- Op de grond en gestapeld
- Op de legborden in de magazijnstellingen.
De keuze voor de ene of de andere manier is vooral afhankelijk van het soort product, van de stapelbaarheid, van de hoeveelheid en van het opslagtermijn.
Gestapelde opslag
Gestapelde opslag is een manier van opslaan waarbij de laadeenheden op elkaar worden geplaatst met als enig hulpmiddel een pallet die dient als ondersteuning. Dit heeft als voordeel dat de ruimte beter wordt benut omdat er geen ruimte ongebruikt wordt gelaten. Niet alle materialen kunnen op deze manier worden opgeslagen en men moet er rekening mee houden dat zelfs goederen die wel kunnen worden gestapeld een weerstandslimiet en dus een maximale stapelhoogte hebben. Het grote nadeel van dit systeem is dat de goederen niet rechtstreeks toegankelijk zijn: men moet eerst de hele stapel bovenop de lading die men nodig heeft, weghalen.
Er zijn voornamelijk twee soorten ladingen die geschikt zijn voor stapelen: ladingen met een grote weerstand en ladingen in harde verpakkingen.
- Goederen met een grote weerstand (bijvoorbeeld keramische tegels of betonblokken) kunnen direct worden opgeslagen, soms zelfs zonder pallet of andere ondersteuning. Andere goederen die in zakken worden opgeslagen, zoals diervoeding, cement en granulaten in het algemeen, kunnen ook op deze manier opgeslagen worden dankzij hun weerstand, maar er zijn wel pallets of andere ondersteunende middelen nodig om ze goed te kunnen hanteren.
- Harde verpakkingen zoals dozen of magazijnbakken van kunststof of hout, kunnen zonder problemen gestapeld worden waarbij de stijfheid en weerstand bepalend zijn voor het aantal laadeenheden dat op elkaar gestapeld kan worden.
Als de laadeenheden niet genoeg weerstand hebben om hoger te worden opgestapeld of wanneer de goederen beter bereikbaar moeten zijn, dan moet er gebruik gemaakt worden van magazijnstellingen.
Opslag in magazijnstellingen
Magazijnstellingen bestaan uit staanders, liggers en schoren. Hierin kunnen goederen opgeslagen worden. De magazijnstellingen hebben een cellenstructuur met stellingvakken waarin de laadeenheden kunnen worden opgeslagen. De indeling van deze stellingvakken kan aangepast worden aan de klantbehoeften (raadpleeg voor meer informatie «Opslagsystemen»).
Magazijn van een distributiebedrijf
Zone voor het klaarzetten van de bestellingen (D)
Deze zones zijn alleen noodzakelijk in magazijnen waar de uitgaande goederen een andere samenstelling hebben dan die waarmee ze zijn binnengekomen, of een wijziging moeten ondergaan.
De zones voor het klaarzetten van de bestellingen kunnen geïntegreerd zijn met de opslagzone, zoals het geval is bij orderpicking. Er kan ook een specifieke zone ingericht worden, waarbij ze dan meestal voorzien zijn van automatische en semi-automatische systemen.
Zone voor het klaarzetten van bestellingen in een magazijn van een bedrijf dat actief is op het gebied van kranen en badkamerinrichtingen
Verzendzones (E)
Deze zones zijn bestemd voor het inpakken van de bestellingen die klaargezet zijn, zoals beschreven in het voorgaande punt. Deze zone kan ook gebruikt worden voor het verzamelen van de goederen die met dezelfde vrachtwagen getransporteerd moeten worden.
Bij het ontwerpen van het magazijn, krijgt de verzendzone een specifieke ruimte toegewezen, apart van de rest van de installatie, om een snelle goederenafhandeling te garanderen.
Als er afzonderlijke ontvangst- en verzendzones zijn, dan moeten deze ook over eigen laad- en loszones beschikken. Als de ontvangst- en verzendzone dicht bij elkaar liggen, is een enkele laad- en loszone voldoende, hoewel deze optie betekent dat het moeilijker is de goederenstroom en de bewegingen van de apparatuur voor goederenafhandeling te beheren.
Magazijn van een distributiebedrijf
Dienstenzones
Een gedeelte van het magazijn moet worden toegekend aan activiteiten die deel uitmaken van de overige diensten van het magazijn, zoals de kantoorruimtes, de kleedruimtes, de toiletten en de oplaadruimte van de apparatuur voor goederenafhandeling.
- In het ideale geval bevindt het kantoor van de manager zich tussen de ontvangst- en verzendzone met het oog op een efficiëntere uitvoering van de werkzaamheden door het magazijnpersoneel.
- De kleedruimtes, toiletten en algemene kantoren kunnen zich overal in het magazijn bevinden, hoewel het logisch is om deze in de buurt van het kantoor van de manager te plaatsen. Een goede oplossing om deze diensten bij elkaar te brengen is de constructie van een entresol- of tussenvloer boven de ontvangst- en verzendzone en ze hier onder te brengen.
- Als laatste moet de ruimte voor het opladen van de accu's van de apparatuur voor goederenafhandeling worden gescheiden van de rest van het magazijn. Ook moet deze ruimte over een goede ventilatie beschikken voor een betere veiligheid, en ter voorkoming van ongelukken tijdens het uitvoeren van bepaalde handelingen.
Bij Mecalux zijn we ons ervan bewust, dat een goede indeling essentieel is voor de goederenstroom en de veiligheid van de magazijnmedewerkers en de producten. Daarom leggen we speciaal nadruk op het belang van het ontwerpproces van het magazijn, en begeleiden we bedrijven stap voor stap totdat er een uitstekende omgeving voor de huidige en toekomstige behoeften is ontworpen.
Hier vindt u meer informatie over onze "logistieke adviesdienst".